Europa biobased 26 mei 2023

EUROPA BIOBASED
Door Anja Haga
Europa is ambitieus als het gaat om verduurzaming van de Europese industrie. Daarbij richt het zich echter hoofdzakelijk op verduurzaming van bestaande industriële processen. Het is niet realistisch te verwachten dat op deze manier de industrie ooit klimaatneutraal zal zijn. Daarvoor is een fundamenteel nieuwe stap nodig – een soort industriële revolutie. Na de industriële en digitale revolutie is het daarom tijd voor een biobased revolutie. En de EU kan daar met wetgeving aan bijdragen.
Duidelijke doelen (regulering)
Biobased betekent gebaseerd op biomassa. Het gaat dus om het gebruik van materiaal met een biologische oorsprong, met als belangrijke toevoeging dat het binnen de verbruikstijd opnieuw moet kunnen groeien. Denk aan hout, maiszetmeel, cellulosevezels, het eiwit caseïne, polylactide of bio-plastics. Natuurlijk materiaal uit geologische afzettingen of fossiele grondstoffen vallen er dus niet onder. Er bestaat een internationale definitie van wat biobased is.[i] Biobased is overigens nog niet automatisch ook duurzaam. Als er regenwoud wordt gekapt voor het verbouwen van biobased grondstoffen, is dat niet duurzaam. Nederland zet zich daarom in Europees verband in voor een wettelijk kader.[ii]
Biobased produceren betekent dat er zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare grondstoffen en hergebruikte materialen. Ondernemers zijn bij uitstek in staat in te spelen op veranderingen, mits ze weten dat investeringen op de lange termijn lonen. Daarom is het belangrijk dat de EU, duidelijkheid geeft. Zo kan de EU als helder doel stellen dat de industrie in de toekomst niet alleen ten minste 55% minder broeikasgassen uitstoot, maar ook dat veel Europese bedrijfssectoren tenminste 55% biobased en/of circulair produceren. Dit kan onderdeel worden van het ‘Fit for 55’-programma.
Biobased boeren (beprijzing)
Een biobased revolutie is niet mogelijk zonder voldoende biobased materialen. Hier ligt een grote kans voor Europese boeren en natuurorganisaties. Om te zorgen dat er voldoende materialen beschikbaar komen, zal de Europese verordening inzake landgebruik, bosbouw en landbouw (LULUCF) moeten worden uitgebreid en aangepast. Daarmee wordt het voor landbouwers en bosbeheerders niet alleen interessant om meer koolstof op hun land en bossen op te slaan, maar ook gewassen te verbouwen die geschikt zijn als biomassa. Denk bijvoorbeeld aan hennep of olifantsgras. Dat hoeft niet ten koste te gaan van voedselproductie, ook niet in Nederland zelf. Volgens de Universiteit Wageningen kunnen voedselvoorziening, bos- en natuurbeheer en biodiversiteit elkaar zelfs versterken.[iii]
Om bedrijven naar een biobased model te helpen zou het Europese emissiehandelssysteem (ETS) moeten worden omgevormd tot de Europese klimaatheffing. Deze wordt gebaseerd op meer dan alleen emissies, en gaat ook over het verbruik van niet-hernieuwbare grondstoffen. De EU kan dit voor elkaar krijgen door in wetgeving vast te leggen dat alle lidstaten een heffing toepassen voor bedrijfsmatig verbruik van materiaal dat niet hernieuwbaar is. Zoals de EU ook op andere gebieden doet, kan het hier een wettelijke taxonomie voor vastleggen, zodat percentages non-biobased zijn uit te rekenen per bedrijf of sector. Nu al heft de EU een nationale bijdrage voor niet-gerecycled plastic afval.[iv] Belastingen zijn in principe een nationale competentie, maar om te voorkomen dat grenseffecten tussen lidstaten te groot worden is het belangrijk belastingbeleid binnen de EU af te stemmen.[v]
Om deze inspanningen lonend te laten zijn is bescherming tegen niet-duurzame concurrentie nodig. De EU kan schadelijke producten op de Europese markt uitfaseren. Dat kan bijvoorbeeld met de wet tegen wereldwijde ontbossing, die producten op de EU-markt tegenhoudt als ze ten koste gaan van ontbossing of bosdegradatie.[vi] Die wet kan worden uitgebreid naar niet-recyclebaar plastic en andere producten die niet biobased zijn. Dit kan vervolgens ook uitgangspunt worden in nieuwe handelsverdragen. Eerlijk is eerlijk: met zo’n insteek zullen er minder producten op de EU-markt komen. Dat is goed voor het klimaat. De producten die er wel zijn, zullen langer meegaan.
Andere economie (voorlichting)
Uiteindelijk zou Europa ook toe moeten naar een andere manier van het ‘meten’ van de Europese economieën. Op dit moment wordt die afgemeten op basis van het Bruto Nationaal Inkomen, vergelijkbaar met het in deel één genoemde BNP. Lange tijd is gedacht dat een hoger BNI automatisch beter is.[vii] We weten inmiddels dat de aarde hiervoor de rekening betaalt. Daarom moet het meten van de Europese economie naar model van de NNI: Netto Nationaal Inkomen. Hierin worden de grootste schadeposten, de afschrijvingen op economische én natuurlijk kapitaal, netjes verdisconteert. Alles wat verbruikt wordt in het economische proces, en enigszins kan worden gemeten in monetaire termen, wordt van het BNI afgetrokken. Wat overblijft is het groene NNI. Dit is geen utopie, zoals Japan in 2022 heeft laten zien.[viii]
[i] Vgl. NEN, NEN-EN 16575:2014 en (nen.nl, 2014). Beschikbaar via www.nen.nl.
[ii] Rijksoverheid, ‘Biobased economy: biomass als grondstof’. Beschikbaar via https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/biobased-economy.
[iii] Wageningen University & Research, Vijf vragen over biomassa in de circulaire economie in 2050 (WUR, 8 april 2022). Beschikbaar via www.wur.nl.
[iv] Europese Commissie, ‘Eigen middelen op basis van kunststof’. Beschikbaar via https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/eu-budget/long-term-eu-budget/2021-2027/revenue/own-resources/plastics-own-resource_nl.
[v] The Ex’taks Project et all, Deltaplan Belastingen voor een Circulaire en Sociale Economie. Routekaart 2021 – 2030, (The Ex’Tax Project, 2021). Beschikbaar via www.ex-tax.com.
[vi] Deforestation Regulation, 2021/0366 (COD), onderdeel van de Europese Green Deal. Op het moment van schrijven nog in behandeling.
[vii] Paul Teule, ‘Maak van het bbp een échte, duurzame economische maatstaf’, ESB 104 (4772S), 11 april 2019.
[viii] Vgl. Reuters, ‘Japan takes step into Green GDP research’ (5 augustus 2022). Beschikbaar via www.reuters.com.
Dit artikel is onderdeel van de publicatie "Duurzame economie: een nieuwe kijk op groei en bloei", die verscheen op 25 mei 2023. De publicatie is verkrijgbaar via de webshop van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.